woensdag 1 december 2010

Studententransport

De exacte datum kan ik me niet meer voor de geest halen, maar we spreken een vrijdag in Gent St.-Pieters, vroeg op het academiejaar. Met mijn trouwe campuskaart in de hand en m'n sportzak op de schouder bereid ik me voor op de wekelijkse tocht naar het thuisnest. Op het perron doemen echter al donderwolken op: het staat er tjokvol medestudenten.

Geen probleem denk ik, immers de trein die in de verte aankomt bestaat uit twee treinstellen. Het is niet veel, maar we gaan dan ook maar naar een uithoek van Vlaanderen, namelijk Ronse. Optimistisch zoals ik doorgaans ben, vermoed ik dat dit zal volstaan. Ik stap op op het tweede rijtuig en merk tot mijn groot jolijt dat ik kan zitten. Mijn humeur zou echter aan diggelen geslaan worden door de conducteur, die briesend door het tweede rijtuig iedereen vrij grof beledigt. Hij zegt dat we enkel plaats mogen nemen op de eerste twee wagons. Wanneer ik de man probeer duidelijk te maken dat er slechts twee éénheden aan elkaar zijn gekoppeld, krijg ik een blik die me ondertussen wel bekend is. Het is de "ik-werk-bij-de-NMBS-en-ben-40-jaar-dus-ik-weet-het-beter-dan-jij-studentje"-blik, een look die ook het personeel van De Lijn machtig is (men vraagt zich af of er een gezamenlijke opleiding voor zou bestaan). Dan maar rechtstaan en vrede nemen met een staanplaats op het eerste rijtuig.

Helaas, driewerf helaas, de andere studenten staan al tot aan de deur op elkaar gepropt in een houding die de gemiddelde Indiase trein waard is. Geen doorkomen aan dus. Maar, wie niet waagt, blijft maagd, dus stap ik toch maar op de trein. Dit was wederom buiten de conducteur gerekend, die doodleuk kwam vertellen dat hij de trein simpelweg zou laten afschaffen als er niet snel een heleboel volk af de trein zou stappen. Inmiddels had de trein al een goede 20 minuten vertraging. Ik stapte boos af en sloeg het vervolg van het schouwspel gade vanop het peron. Nog eens een tien minuten later was de trein nog steeds niet uit de startblokken geschoten. Toegegeven, ik begon leedvermaak te krijgen. Ik had me immers al voorgenomen om de volgende trein te nemen. Of het gevaarte nog is vertrokken weet ik niet, ook leedvermaak gaat maar enige tijd mee.

Ik besloot het niet over mijn kant te laten gaan en stuurde een mail naar de ombudsman, die me toevertrouwde het te zullen navragen. Na enige tijd kreeg ik plots een brief thuis. De ombudsman liet weten dat de treinbestuurder de NMBS had bezworen dat hij door een volle trein studenten de huid was volgescholden. De ombudsman vroeg me ook nog of ik wenste dat hij verdere informatie vroeg, maar tegen dergelijke fata morgana's is zelfs het sterkste kruid niet gewassen.

—Christophe, student & pendelaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten